Nori van Balkom, Bruggenbouwer Wijken: ‘De doelgroep staat altijd centraal’

In januari is Nori van Balkom gestart bij GGDH als bruggenbouwer Wijken, een duo-functie vanuit de GGD Haaglanden en Stichting Lijn1. Door in de wijk in gesprek te gaan met bewoners, professionals en gemeente over gezondheid als gezamenlijke opgave wil Nori een stevigere brug bouwen tussen behoefte en aanbod. Zo zorgen we ervoor dat interventies, beleid en projecten écht landen in de wijk en daarmee impact hebben op de levens van Hagenaars.

Het werken vanuit de behoefte is voor Nori van Balkom niet nieuw. Ze heeft bij de gemeente mooie trajecten opgezet om de dienstverlening van de gemeente Den Haag – met een human centeredaanpak – te verbeteren. Zo is ze projectleider geweest van de Stadskamer, hét UserExperience lab van de gemeente Den Haag om met bewoners in alle vormen en maten in gesprek te gaan over hun levens, behoeftes en wensen ten aanzien van specifieke dienstverlening.

‘Ik vind het belangrijk om de leefwereld van onze Hagenaars meer en vaker centraal te stellen’, vertelt Nori. ‘Vanuit de gemeente wordt vaak aanbod- en oplossingsgericht gedacht en gewerkt, terwijl het daadwerkelijke probleem dan nog niet eens helder is. In mijn werk staat de doelgroep altijd centraal, niet alleen door voor ze te werken, maar juist door mét ze te werken. Door alle betrokkenen gedurende het gehele ontwikkelproces – van de tekentafel tot het doorknippen van het lintje – te betrekken, weet je zeker dat geld en tijd gaan naar zaken waar de doelgroep bij gebaat is.’

De stem van bewoners een plek geven

Het zijn van een gezonde stad noemt ze een ‘maatschappelijke opgave’. Nori: ‘Dat eindigt niet bij afdelings- of organisatiegrenzen. Co-creatie en gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn een vereiste. Het geeft mij voeldoening om de (stem van de) bewoner mee te nemen in al die afdelingen en organisaties, zodat we de handen nu eens echt ineen kunnen slaan.’

Nori heeft in haar startperiode al veel mensen ontmoet. ‘Het is fantastisch om te zien dat zoveel collega’s ambitieus aan de slag zijn om van Den Haag een gezondere stad te maken. Ik kijk er naar uit om de behoefte en context van de Hagenaar daar nóg sprekender in te laten zijn. Iets waarin ik andere mensen ook graag wil meenemen door te delen wat ik zie en hoor. Ik geloof echt dat we het verschil kunnen gaan maken, als we ons meer in elkaar verplaatsen en vertrekken bij de leefwereld van de mensen waar het om gaat.’