HIS ervaringen: ‘’Gezondheid’ is voor veel mensen helemaal geen thema’

1 april 2021, 07:22

Een oplossingsgerichte arts en een innovator bij KPN Health hielden zich binnen de Health Innovation School Haaglanden bezig met de vraag: Hoe help je mensen met een lage sociaal economische status en risico op hart en vaat ziekten bij een gezondere levensstijl? Tijdens de HIS werkten zo’n vijftig professionals met een vernieuwende bril aan een breed scala aan onderwerpen. In deze serie blikken zij terug op hun proces en uitkomsten.

Steven Dorgelo, werkzaam bij KPN Health, en Petra Flikweert orthopedisch chirurg in het Haga Ziekenhuis, zijn twee van de leden van het ‘groepje Hart en Vaatziekten’, zoals ze tijdens het een half jaar durende traject van de HIS zijn gaan heten. Hun primaire doel: Het bereiken van een gezondere leefstijl voor mensen met een lage SES en risico op hart- en vaatziekten.

Dorgelo kijkt vanuit zijn professie sowieso al met een innovatieve bril naar de zorg. Hij zag in de HIS een manier om nog meer te weten te komen over het reilen en zeilen in die wereld en zijn netwerk te versterken. Dorgelo: ‘Ik ben ervan overtuigd dat techniek en ICT de zorg verder kunnen brengen, de manier waarop moeten we samen vormgeven.’

Flikweert staat als orthopedisch chirurg bij het HagaZiekenhuis midden in de wereld van patiëntenzorg en de ziekenhuiswereld, maar zocht juist naar verbreding daarbuiten. Bij nieuwe ideeën en projecten liep ze soms tegen muren op, waarvan ze niet altijd wist hoe die te doorbreken of omzeilen. Flikweert: ‘Wanneer kan je überhaupt aan de bel trekken bij een verzekeraar? En hoe pak je dat aan? En ook binnen mijn eigen ziekenhuis geldt dit. Hoe breng ik ideeën daar verder en voorkom ik hakken in het zand?’

Geen snelle oplossing

Tijdens het traject van de HIS hielden zij zich in eerste instantie bezig met een app die zich richt op preventie van hart-en vaatziekten, voor mensen met een lagere sociaaleconomische status. Maar al snel rees de vraag of het wel echt een app moest worden. Flikweert: ‘Het is de uitdaging van design thinking – de methode die binnen de HIS wordt gebruikt – om niet meteen met een oplossing te komen en vooral goed het probleem uit te diepen. Ervaren mensen zelf wel een probleem? Zitten zij echt op een app te wachten? Of bestaat die wellicht al?’

Dorgelo vult aan: ‘We zitten nu nog in die fase van betrekken van de doelgroep. Hebben ze het nodig? Zouden ze het gebruiken? En zo ja, op welke manier?’ Het kan dus nog alle kanten op met hun idee, maar straatinterviews leidden al wel tot aanscherping van de doelgroep. ‘We kwamen erachter dat ‘gezondheid’ voor veel mensen helemaal geen thema is. Onze doelgroep hebben we daarom versmald naar mensen die op een af andere manier al hebben laten zien dat ze hun gezondheid willen verbeteren. Anders heeft zo’n app geen enkel effect.’

Mega-oplossingsgericht

Dorgelo is vanuit zijn werk bij KPN al wel gewend om zich te verplaatsen in de gebruiker. Interviewen en de klant opzoeken was voor hem dus niet nieuw. Voor Flikweert was het contact met de doelgroep ook niet per se nieuw, dat heeft ze in de spreekkamer elke dag, waar allang niet meer geldt dat de arts ‘het wel bepaalt’. ‘Maar het was wel heel nieuw voor mij om zolang stil te staan bij de vraag en te onderzoeken wat nou de échte vraag is. Ik ben mega-oplossingsgericht, dus dat was voor mij echt anders.’

Leverde deze manier van werken, met de verschillende perspectieven en inbreng van de doelgroep, iets op? ‘Zeker.  Zelf zou ik veel sneller naar een concrete oplossing zijn gegaan, die dan misschien niet goed zou passen. Maar we ‘ontdekten’ nu, door langer bij het probleem te blijven, dat het niet alleen gaat om bewegen, maar bijvoorbeeld ook om reductie van stress. Een integrale benadering dus van gezondheid.’

Sociale aspect van bewegen

Een ander aspect bleek de behoefte aan een maatje om mee te bewegen. Flikweert: ‘In zo’n app zou dus ruimte moeten zijn voor het sociale aspect, door mensen uit te kunnen nodigen of een challenge aan te kunnen gaan.’ Ze hebben voor hun gevoel echt iets te pakken dat ze graag verder uit willen werken. ‘Wij zijn nu enthousiast om door te pakken met dit idee en zouden niet willen dat het in een bureaulade verdwijnt’, stelt Dorgelo.

Maar hoe precies, is nog wel een uitdaging. ‘Ondanks ons enthousiasme vervalt iedereen snel weer een beetje in de waan van de dag. Dat is zonde! Ik heb de oplossing ook niet, maar ik zie wel dat het niet vanzelf gaat.’ Een ideetje: ‘Misschien zou het helpen als je een subsidiepotje kunt winnen tijdens de HIS om je plan verder te brengen?’

Aparte werelden

Naast het project biedt de HIS meer verrijking, vertelt Flikweert: ‘Het is mooi om te zien dat we met zovelen de zorg willen veranderen.’ Toch heeft ze hier soms wat gemengde gevoelens bij. ‘Ik zie daarnaast hoe artsen en verplegers zich in het ziekenhuis drie slagen in de rondte werken, heel concreet op de vloer. Het voelt dubbel dat we daar met zijn allen maanden zitten te praten, maar wat levert het nou echt op?’

Geeft dat gevoel wellicht aan hoever ook de werelden van de-zorg-op-de-vloer en die van innovatie en beleid van elkaar af staan? ‘Absoluut. Dat zijn echt aparte werelden. Ik geloof er heilig in dat om de zorg te kunnen verbeteren we die beter met elkaar moeten verbinden. We kunnen het niet alleen, daar hebben we elkaar voor nodig; de zorg op de vloer, de beleidsmakers, bestuurders en innovators met in het centrum de patiënt.’

Om hun idee verder te brengen wil het groepje meer gesprekken voeren met de doelgroep en betrokkenen die dicht bij hen staan. Dus ben of ken je iemand die een bijdrage zou kunnen leveren? Neem contact op met: r.c.vos@lumc.nl

 

 


Gezond en Gelukkig Den Haag is een samenwerking tussen