HIS-ervaringen: ‘Pas als je echt samen gaat creëren, zie je wat daarbij komt kijken.’

15 december 2021, 09:07

Regelmatig komen jonge kinderen in de tweede lijn terecht, terwijl ze mogelijk eerder in de lijn geholpen hadden kunnen worden. Hoe ga je daarmee om? Janine Vervoordeldonk, senior-adviseur gezondheidsbevordering bij GGD Haaglanden, en Janna Goijaerts, promovenda op gezondheidsongelijkheid bij LUMC, onderzochten het tijdens de Health Innovation School Haaglanden.

Jonge kinderen die in de tweede lijn terechtkomen, terwijl er meer speelt dan een medisch probleem. Met die aanleiding gaat Janine en Janna’s groepje, ook bestaand uit Gerda Voorwinde, Lyanne Rövekamp, Janine Vervoordeldonk en Frederiek Engelbert van Bevervoorde, aan de slag tijdens de HIS Haaglanden. Dit traject heeft bevordering van samenwerking op het gebied van (systeem)innovatie in de zorg en welzijn als doel.

‘Vanuit onze verschillende invalshoeken voelden we enthousiasme voor dit onderwerp,’ licht Janine hun keuze toe. ‘We hadden twee zorgprofessionals in het team, die dit zagen gebeuren in hun ziekenhuizen. Onderliggende probleem is de juiste zorg op de juiste plek, een onderwerp wat vaak wordt benaderd vanuit de eerste lijn, maar ook speelt in de tweede. Daar wilden we met elkaar naar kijken, vanuit onze eigen perspectieven. In mijn geval dat van de nulde lijn, vanuit preventieoogpunt dus.’

Probleemdefinitie

Binnen de HIS is het de uitdaging niet meteen naar een oplossing toe te gaan, maar eerst goed het probleem in kaart te brengen. Dat was voor het groepje, met aardig wat oplossingsgerichte mensen aan boord, best uitdagend, maar het lukte. Janna vertelt: ‘We zijn met verschillende tools aan de slag gegaan om het probleem te ontrafelen. Daarbij zagen we dat een arts door kennis en ‘de witte jas’ vertrouwen wekt bij een patiënt, vertrouwen dat ergens anders in de lijn kan ontbreken. Reden om onszelf af te vragen of het toch niet nuttig kan zijn om daar het gesprek te voeren over onderliggende stressoren in de context die (mede) oorzaak kunnen zijn van het probleem van het kind.’

Met die vraag gingen ze aan de slag. Want hoe ziet de arts in de tweede lijn zijn of haar rol hier eigenlijk zelf in? En hoe vraag je die stressoren in de context op een goede manier uit? En wat doe je er dan mee?  Het groepje zet vragenlijsten uit bij de kinder- en jeugdartsen om hier antwoorden op te krijgen. Daarnaast heeft Janna in het Juliana Kinderziekenhuis in gesprekken met ouders van kinderen gevraagd in hoeverre dit gesprek al gevoerd wordt, en zo niet, wat zij hiervan zouden vinden als het wél zou gebeuren.

Corona

Helaas maakte de coronasituatie het moeilijk om alle gesprekken te voeren die het groepje eigenlijk wilde, vertelt Janine. ‘We hadden graag meer in gesprek willen gaan met bijvoorbeeld ouders en (zorg)professionals, helaas is dat niet gelukt door de omstandigheden.’ Toch kwamen zij vanuit de gevoerde gesprekken met een idee voor een tool voor de tweedelijnszorg, een soort piramide met afbeeldingen die de arts kan gebruiken om zo op een laagdrempelige manier stressoren bespreekbaar te maken. Janna licht toe: ‘Als de juiste zorg op de juiste plek soms niet lukt, stellen we voor om te gaan voor de juiste vraag op het juiste moment. En dat kan bij de kinderarts zijn.’

Ze noemen hun aanbeveling een ‘start’, want er valt nog meer te ontdekken. Zoals hoe kinderartsen meer kennis kunnen krijgen van het sociaal domein, zodat ze beter weten naar wie ze mensen naar door kunnen sturen. Janine stelt: ‘We doen een oproep om daar beter naar te gaan kijken in de toekomst. Soms hebben mensen geruststelling nodig van de specialist, voor die ze weer ‘terug’ kan brengen naar de juiste plek voor zorg. Maar de specialist moet die plekken dan wel kennen. We maken stappen, maar het is de uitdaging om op het gebied van preventie de goede verbindingen te vinden met ziekenhuizen.’

Meer bewegingen

Zeker nu ze het er weer over hebben, komen beiden tot de conclusie dat er nog veel potentie in hun onderwerp zit. Maar ondertussen gebeurt er meer waar hun aandacht naar uitgaat. ‘We zijn met veel meer bewegingen bezig vanuit de gedachte van community-up en co-creatie vanuit Gezond en Gelukkig Den Haag’, vertelt Janine. ‘De HIS sloot daar mooi op aan, vooral het uitgangspunt om niet meteen in een oplossingsmodus te schieten, maar echt te luisteren naar mensen. Samen te exploreren. En elkaar daar scherp op te houden.’

Janna vult aan: ‘Wat ik heb meegenomen is dat termen als ‘samenwerken’ of ‘integraal’ heel snel gebruikt worden, dat merkte ik al tijdens mijn opleiding als bestuurskundige. Maar pas als je echt samen gaat creëren, zie je wat daarbij komt kijken. Hoe concreter, hoe uitdagender om écht met elkaar aan de slag te gaan. Daarom moet je soms lang over iets praten, om vanuit al die perspectieven tot de gezamenlijke kern te komen. Dat heb ik ervaren tijdens de HIS en neem ik zeker mee.’


Gezond en Gelukkig Den Haag is een samenwerking tussen