Inspiratie

Waarom experimenten zo belangrijk zijn voor verandering

15 september 2025, 14:06

Grote veranderingen beginnen vaak klein. Experimenten spelen dan ook een belangrijke rol in de transitiekunde. Door dingen uit te proberen ontdekken we wat werkt, wat beter kan en hoe we samen nieuwe oplossingen vinden. Bundeling van deze kennis en ervaring kan uiteindelijk leiden tot fundamentele veranderingen in zowel systemen als de samenleving.

Een goed voorbeeld hiervan is de energietransitie. Wat begon met kleinschalige experimenten met zonnepanelen, windmolens en elektrische auto’s, groeide uit tot nieuwe organisatievormen. Burgers zijn daarbij niet langer alleen consument, maar ook producent van energie. Collectieven van burgers en bedrijven vormen inmiddels een alternatief voor traditionele energiemaatschappijen. Inmiddels wordt de helft van de elektriciteit in Nederland duurzaam opgewekt (Helft elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen | CBS).

Experimenten vormen dus een cruciale eerste stap binnen transities. Ze maken het mogelijk om te onderzoeken en uit te proberen hoe we dingen fundamenteel anders kunnen doen dan volgens de huidige dominante manier. Daarbij kan het praktisch gaan om vragen als: wie draagt welke verantwoordelijkheid (inwoners, overheid, bedrijven)? Waar ligt het initiatief? Hoe financieren we een nieuwe aanpak? Maar ook: vanuit welk maatschappijbeeld of mensbeeld kijken we naar een vraag, bijvoorbeeld: “Wat heeft invloed op gezondheid?”

Experimenten in de Haagse beweging naar gezondheid

Vanuit Gezond en Gelukkig Den Haag zijn de afgelopen zes jaar veel innovaties gestart of gesteund. Een paar voorbeelden hiervan zijn:

  • De wijkpreventieaanpak.

Deze community-up werkwijze begon als innovatie vanuit de Preventiecoalitie, GGDH en de GGD. Het uitgangspunt: werken vanuit de wensen, ideeën en behoeften van inwoners, samen met professionals, in plaats van aanbodgestuurd vanuit organisaties. Inmiddels is de aanpak uitgewerkt tot een vaste werkwijze en opgenomen in de Haagse Preventieaanpak, uitgevoerd door de GGD.

Op de X-curve – het model voor maatschappelijke verandering van onderzoeksinstituut DRIFT – begon dit initiatief linksonder, maar is inmiddels enkele stappen verder ontwikkeld. Wanneer community-up werken de standaard wordt bij de gemeente, welzijnsaanbieders en de GGD, met een passende besluitvormings- en financieringsstructuur, kan het doorstoten naar de fase van institutionalisering en stabilisatie (rechtsboven in de X-curve).

  • De groepsconsulten.

Huisarts Loïse Jacz startte in 2021 met groepsconsulten: bijeenkomsten van 90–120 minuten met 10–15 deelnemers. Afhankelijk van de thematiek (bijv. gewicht, slaap, artrose) schuiven verschillende professionals aan, zoals een huisarts, GGZ-medewerker, fysiotherapeut, diëtist, apotheker, buurtsportcoach of ervaringsdeskundigen.

Dit experiment draait zowel om een andere manier van denken (collectief i.p.v. individueel), organiseren (meer preventief dan reactief) als financieren (niet passend binnen de reguliere huisartsenbekostiging).

Inmiddels financiert de zorgverzekeraar deels mee, organiseert Hadoks de bijeenkomsten en zijn er in steeds meer wijken groepsconsulten. Voor de volgende stap is landelijke erkenning nodig, bijvoorbeeld door de NZa met een standaardbekostiging. Daarmee zou het initiatief verankerd worden in de systemen.

Dit team van professionals met diverse achtergronden biedt laagdrempelige, nabije (mentale) ondersteuning in de wijk. Sinds 2022 draait het project in Moerwijk, met brede steun en groeiende vraag vanuit andere wijken.

De aanpak van de Verbinders wijkt nadrukkelijk af van de standaard GGZ-aanpak: niet via klassieke instellingen of aanbodgestuurd, maar midden in de wijk, gebaseerd op directe vragen, en zonder zware administratieve lasten aan de voorkant.

Samenwerking met het informele netwerk van bewoners staat centraal, waarbij actieve inwoners een belangrijke rol vervullen als co-producent.

Hoe leren we van deze experimenten?

Leren van experimenten is van groot belang, zowel voor de ontwikkeling van de projecten zelf als voor de bredere maatschappelijke transitie. Om kennis goed te benutten, kijken we naar verschillende niveaus van ontwikkeling en leren, met behulp van het framework van verdiepen, verbreden en aanpassen van het systeem.

Wil je hier meer over lezen? Dat kan hier en hier.

Leren van de Verbinders

Bij het project De Verbinders hebben we al veel geleerd op de drie niveaus van dit framework:

  • Verdiepen

Diepgaand leren over het initiatief zelf: context, structuren, denkbeelden en waarden. Hiervoor zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd, waaronder wetenschappelijk onderzoek door Roos van Lammeren. Een belangrijk resultaat: in de samenwerking met actieve inwoners is het cruciaal voldoende aandacht te besteden aan de wederkerige relatie, ondersteuning en erkenning (lees meer. )

  • Verbreden

Het initiatief wordt in bredere contexten toegepast en gekoppeld aan andere projecten en domeinen. Zo zijn er verzoeken uit andere wijken om De Verbinders ook daar te starten. Daarnaast worden er casuïstiekoverleggen georganiseerd en is De Verbinders onderdeel van bredere programma’s zoals het Sociaal Contract Moerwijk en het NPZW.

  • Aanpassen in de systemen

Experimenten als De Verbinders leveren input om op systeemniveau anders te denken, werken, organiseren, financieren en monitoren. Een voorbeeld is de training Maatwerk en Regie van de gemeente Den Haag, mede ontwikkeld op basis van het onderzoek van Roos van Lammeren.